Ik ben gevraagd om een installatie te maken voor de 2 jaar durende manifestatie Bewegen en Landen in (en rond) het Huis voor Cultuur en Bestuur in Nijverdal, Gemeente Hellendoorn. De installatie moet inspelen op de (cultuur)historie van de Gemeente Hellendoorn. Op deze weblog is mijn werk- en denkproces te volgen. Start van het project: november 2011. (Begin helemaal onderdaan als je het werkproces vanaf het begin wil inzien.)

I have been asked to make an installation for a two-year project titled "Moving and Landing" in (and around) the House of Culture and Administration in Nijverdal, district of Hellendoorn (the Netherlands). On this weblog, I'm writing about this project in Dutch (which is the language spoken in the district of Hellendoorn). You can find some information about the project in English here .

woensdag 5 oktober 2011

De ontdekking van de gemeente Hellendoorn



Ik ben een ontdekkingsreiziger van niks. (Wat niet wil zeggen dat het nooit iets kan worden, integendeel!). Drie dagen liep ik over de grens en in mijn naïviteit dacht ik dat ik wel helemaal rond zou kunnen lopen. Nadat ik al in de eerste uren vastliep in een moeras, tot mijn kniëen in een sloot belandde, achtervolgd werd door koeien en de schrikdraden waar ik onderdoor moest kruipen niet meer op twee handen en twee voeten kon tellen, werd het al donker voor ik een zesde van de grenslijn had afgelegd. Ik zette m'n tent op in een donker bosje, trok m'n natte schoenen uit, at een boterham met kaas, vijf pruimen en een halve droge worst en probeerde de slaap te vatten in mijn minuscule tent. De bosgrond was droog en zacht, ik lag lekker maar werd toch uit mijn slaap gehouden door de krakende takken. Beren en wolven waren uitgesloten, waarschijnlijk waren het volstrekt onschuldige en misschien zelfs schattige dieren die door hun eigen bos heen en weer stiefelden.
Ik had nog de hoop om op dag 2 wat meer op te schieten maar toen om 8 uur 's ochtends mijn schoenen opnieuw doorweekt waren door het natte gras kreeg ik mijn bedenkingen. Wat het niet eenvoudiger maakte, was dat er nog volop geoogst werd. Dat betekende dat ik niet zomaar overal dwars door het veld kon lopen. En ook dat er veel boeren op de been waren, hard aan het werk op het land om in de laatste mooie week van het jaar nog flink wat werk te verzetten. Kort samengevat (een uitgebreidere beschrijving volgt nog): ook dag twee liep sneller ten einde dan gehoopt en al had ik het geluk een camping tegen het lijf te lopen die tegen de grens aan lag en waar zowaar warme cup-a-soup als diner verkrijgbaar was, toch was het afzien op het open veld met veel lagere temperaturen dan voorspeld. Deels mijn eigen schuld, want ik had ook braaf bij de caravans in de beschutting van heggetjes en muurtjes kunnen gaan staan in plaats van op het uiterste puntje waar het uitzicht onwaarschijnlijk prachtig was (totdat de mist opkwam).
Toen ik om half vijf 's ochtends verkleumd in mijn tent op de dageraad lag te wachten wilde ik niets liever dan zo snel mogelijk weer thuis zijn. Drie uur later, opgewarmd door de handendroger in de toiletten (een warme douche ging helaas niet omdat mijn enige handdoek nog nat was van de avond tevoren) en uitkijkend over de dromerige velden, wilde ik niets liever dan de rest van mijn leven zo onderweg te zijn. Je huis op je rug en niet verder kijken dan de volgende kilometer. Ik voelde me zowaar gelukkig. Droge voeten, een volle maag en op de valreep nog twee wonderbaarlijke ontmoetingen met campinggasten die mijn verhaal ruilden voor hun eigen verhaal. Dat is ook belangrijk op deze tocht. Ontmoetingen met mensen, vertellen wat ik doe en vragen wat zij doen, wat hun link is met de gemeente Hellendoorn. In de ochtend besloot ik na vandaag niet verder te lopen. Het was sowieso een eerste voorbereidingstocht, een onderzoek om te zien of ik met een kar met daarop de kerktent over de grenslijn zou kunnen lopen (no way!). Maar ook een onderzoek naar hoe ik me moet verhouden tot zo'n ontdekkingsreis. Later daarover meer. Ik liep de dag uit met als doel de uiterste oostpunt. Daar aangekomen zag ik een vliegtuig dat een witte lijn door de lucht trok. Ik stelde me voor hoe dat vliegtuig de grenslijn van de gemeente Hellendoorn zou vliegen in de lucht. En overwoog om al mijn andere plannen overboord te gooien.

vrijdag 30 september 2011

Onderweg

Vandaag sprak ik met meneer Klompenmaker van ten Cate. Hij was bijzonder behulpzaam en wilde graag ten Cate tentdoek en ook een officieel ten Cate label ter beschikking stellen. Vooral dit laatste is voor mij belangrijk, of eigenlijk met name de betrokkenheid van ten Cate bij dit project. Ik ontmoette ook koster Dolf Maris die me de kerk van binnen liet zien en wat meer inzicht verschafte in het dagelijks leven - op kerkelijk maar ook ander vlak - in Hellendoorn. De prachtige ramen in het koor bleken gedoneerd te zijn door ten Cate. Een hele mooie samenloop van omstandigheden.

donderdag 29 september 2011

Vandaag

Het Korhoen leek misschien even naar de achtergrond verdwenen maar is nog steeds volop aanwezig in mijn hoofd. Vandaag sprak ik even met boswachter Ton Klomphaar die alles weet over de ecologie van het dier. Hij vertelde dat er bij de laatste telling nog maar 4 mannetjesdieren waren gesignaleerd. De vrouwtjes zijn wat moeilijker te tellen vanwege hun schutkleur. Dat gaat heel spannend worden de komende jaren en ik hoop dat ik op mijn eigen bescheiden manier bij kan dragen aan de bewustwording m.b.t. deze heikele kwestie. Het Korhoen is niet voor niets het symbool van Nationaal Park de Sallandse Heuvelrug. Als het goed gaat met het Korhoen gaat het ook goed met het gebied. En het zou toch afschuwelijk zijn als dit prachtige dier uit zou sterven. Ik heb een paar plannetjes waar ik de komende weken aan ga werken. Met rode wenkbrauwen.

Morgen op bezoek in de kerk in Hellendoorn om te praten met koster Dolf Maris. Het lijkt me niet meer dan gepast om als ik een kleine uitvoering van "zijn" kerk wil maken in tentmateriaal, hij weet waar dit project over gaat. Als het goed is praat ik morgen ook met meneer Klompenmaker van Ten Cate over een mogelijke betrokkenheid van Ten Cate bij dit project. Ook hier is het belangrijk om niet zomaar tentdoek van Ten Cate aan te schaffen maar het contact te leggen en te kijken of we iets voor elkaar kunnen betekenen. Sinds een paar dagen heb ik het boek "De draad van de toekomst" in huis, over de recente geschiedenis van Ten Cate. Boeiend om te lezen hoe ze zich hebben ontwikkeld tot een bijzonder innovatief bedrijf.

En de komende dagen wandel ik de grens van Hellendoorn. Met lichte bepakking (slapen op de grens) en zo nauwkeurig mogelijk. Niks vergeleken bij de echte ontdekkingsreizigers maar stiekem noem ik mezelf soms toch zo. Als het te makkelijk is zal ik de Regge overzwemmen.

Nog even kort samengevat:
- oorsprong en heden/toekomst van de gemeente Hellendoorn verenigd in een kleine kopie van de oude kerk in Hellendoorn (uit 12e eeuw) uitgevoerd in tentdoek van Ten Cate, de 1-persoons tent/kerk wordt gedurende het project van locatie naar locatie vervoerd met een handkar door inwoners van de gemeente Hellendoorn
- rondreis met de kerk/tent over de gemeentegrens van Hellendoorn waarbij ik probeer zo min mogelijk van de grens af te wijken, overnachten gebeurt in de kerk/tent
- Korhoen-project: a. ontwikkeling van 2 kleine rode sieraden die identiek zijn aan de wenkbrauwen van het Korhoen b. mijn garderobe een lange periode (een jaar?) aanpassen aan de kleuren van het Korhoen

En zoals altijd in mijn werk: verandering van ideeën niet uitgesloten.

dinsdag 27 september 2011

Ruwe schets



Nog zonder ramen, deuren, koor, scheerlijnen, rits en het echte Ten Cate tentdoek. Een ruwe schets zogezegd.

Kerktenttest

Vanochtend haalde ik de onderdelen voor het frame van de tent. Het is een prachtig systeem, snel in elkaar te zetten en niet al te zwaar. Foto's volgen later als ik het helemaal op maat heb gemaakt. Daarvoor wacht ik nog op de goedkeuring van de Historische Kring Hellendoorn. Ondertussen naai ik een proeftent.
Aan het echte frame gingen al twee proefversies vooraf. De tweede was van pvc-buizen en kabelbinders, fijn materiaal om snel en goedkoop een proefmodel te maken. Helaas vergeten om te fotograferen voor ik het weer uit elkaar haalde. Ik heb in Amsterdam geen atelier meer sinds ik in Weimar woon dus de woonkamer is hier tijdelijk mijn werkterrein en veel ruimte om dingen te laten staan is er niet. De eerste papieren versie -om een idee te krijgen van hoogte en oppervlak- is wel vastgelegd:

maandag 26 september 2011

52º21'05,01"N 6º20'01,14"O

Nog even en de grote tocht langs de gemeentegrens gaat beginnen. Ik heb de meest oostelijke punt van de gemeentegrens als startpunt genomen. "Het westen staat tegenover het oosten, de plaats van de verlossing . Zo wordt het westen de plaats van de dood. In het westen gaat ook de zon onder. Het leven lijkt daardoor afgelopen te zijn. .... Als men wil leven dan moet men uit de dood (het westen) naar het leven gaan (het oosten). De dood heeft men dan achter de rug. Hier zit een diepe symboliek achter." (uit: Rondom kerk en toren. De eeuwenoude kerk te Hellendoorn. Paul Janse en Zegert Vis, p. 21). Ik loop van het Oosten naar het Westen en weer terug naar het Oosten. Niet ver van het meest oostelijke punt vandaan is mijn vader geboren (op de Eekte). Mijn eigen oorsprong zogezegd. Een goed punt om te beginnen en te eindigen.
Onderweg moet ik twee keer de spoorlijn oversteken en twintig keer een kanaal of rivier. De Regge doet zich gelden langs de grens. Ik heb overwogen om een rubberbootje mee te nemen maar dat gaat me toch te ver. Sowieso lukt het me niet om exact op de grens te lopen: dat is immers niet meer dan een flinterdunne lijn waar ik meestal naast zal lopen, in de buurt van, bij benadering. Sterker nog: een onzichtbare lijn die incidenteel ook een boerderij doormidden snijdt. Rest mij dan de keus: over het dak of dwars door het huis.
Misschien moet er toch ook maar een ladder mee.

dinsdag 20 september 2011

Tentkerk/Kerktent


In de afgelopen weken probeerde ik te reconstrueren hoe de eerste kerk in Hellendoorn er uit heeft gezien. Ik heb hulp van de Historische Kring Hellendoorn Nijverdal, met name van Evelyn Ligtenberg. Ze heeft me alles verteld wat ze weet over de kerk. Er is weinig over te vinden in het bronnenmateriaal en een deel zal speculatie blijven. Hoe groot de ramen precies waren, of het koor rond of vierkant was, hoe het dak er uit heeft gezien. Voor andere kwesties zijn wel aanwijzingen maar geen 100% zekerheid. Uit latere rekeningen blijkt dat de kerk in die tijd bepleisterd was - net zoals in het meer recente verleden en door te kijken naar afbeeldingen van andere Romaanse kerken kunnen ook conclusies getrokken worden. In ieder geval wijkt het gebouw in bijna alles af van hoe het er nu uitziet. De prachtige ijzeroer stenen die nu weer zichtbaar zijn, waren toen waarschijnlijk onder een pleisterlaag verborgen. De osseogen (kleine ronde ramen) waren destijds van buiten zichtbaar maar nu zijn ze ingebouwd door de toren. Het hele gebouw was veel lager, het koor was kleiner, evenals de deuren en ramen.

Bij tentenatelier Esvo vond ik twee mooie Ten Cate tentdoeken in de juiste kleuren. Een lichtgrijs voor de muren en een donkerbruin voor het dak. Het doek glimt een beetje aan de buitenkant en dat deed me aanvankelijk twijfelen maar eigenlijk is het wel goed dat het de tegenstelling vergroot tussen het toen - vertegenwoordigd door de kerk die ten grondslag lag aan de gemeente Hellendoorn - en het nu - vertegenwoordigd door de Ten Cate fabrieken en het materiaal dat zij produceren.

Ik heb nog nooit een tent gemaakt, maar voor alles is er een eerste keer. Ik heb speciaal tentgaren, doorzichtig raamfolie, zeilogen, slibranden, ritsen, jeansnaalden en een hele berg aanwijzingen. Toen ik met het idee begon te spelen zag ik een grote tent voor me, niet zo groot als de kerk zelf maar toch een imposant gebouw. Pas vrij laat realiseerde ik me dat de tent, om op het expositiepodium van 2 x 3 te passen, helemaal niet zo groot zou kunnen zijn. Bij maximaal gebruik van de oppervlakte en een lengte van 2.85 kan de tent net iets meer dan een meter hoog worden. En in dat geval is het misschien geen slecht idee om nog een stapje verder te gaan en er echt een 1-persoons tent/kerk van te maken zodat ik met mijn hoofd in het koor moet liggen om helemaal in de tent te passen. Want ik zal er in moeten slapen als ik op pad ga om de gemeentegrens van Hellendoorn te lopen. Tussen de 60 en 70 kilometer met bepakking en grotendeels buiten de gebaande paden.

vrijdag 26 augustus 2011

Wenkbrauwen

De wenkbrauwen van het Korhoen. Daar droom ik van 's nachts. Ik zag ze in het Bezoekerscentrum Sallandse Heuvelrug. In het echt zijn ze nog mooier, roder, zwellen op tijdens de balts. Stel je voor. Zulke wenkbrauwen. Ik zou ze best willen hebben. Af en toe.
Het Korhoen is bijna uitgestorven in Nederland. Nog een paar exemplaren lopen rond op de Sallandse Heuvelrug. Wie weet of ze er volgend jaar nog zijn, al wordt er hard aan gewerkt om ze te behouden. Er zijn veel tegenstanders, mensen die vinden dat het belachelijk is dat zoveel geld wordt besteed aan "die zwarte kippen". Het zou me niet verbazen als dat dezelfde mensen zijn die het belachelijk vinden dat er in kunst wordt geïnvesteerd.

Ik denk er over mezelf gedurende de complete looptijd van het Bewegen en Landen Project te kleden in de kleuren van de korhoen. Mezelf te identificeren met een dier waarvoor in dit land te weinig ruimte is. Maar eerst ga ik een paar rode wenkbrauwen maken.

donderdag 25 augustus 2011

De tent

Dit is het voormalige ketelhuis van de Koninklijke Stoomweverij, tegenwoordig Koninklijke ten Cate NV. Nijverdal is van oorsprong een textieldorp, gevestigd door de Nederlandsche Handel-Maatschappij (NMH) die een locatie zochten voor de doorvoer van fijne katoenen weefsels (calicots). De NMH stichtte een magazijn op de kruising van de Regge met de nieuwe weg van Almelo naar Zwolle, Thomas Ainsworth (die in opdracht van de NHM al over in Twente weefscholen had opgezet) stichtte er een modelweverij. In 1852 kopen de gebroeders Salomon het bedrijf, laten alles slopen en bouwen op dezelfde locatie de eerste met stoom aangedreven katoenweverij van Nederland, de Koninklijke Stoomweverij (KSW). Het huidige Ten Cate is gevestigd in deze oude fabriek, ontwikkeld innovatieve producten waarbij de textiel technologie centraal staat. Eén van haar producten is tentdoek. En laat dat nou net zijn waar ik het in mijn vorige blog over had. Een historisch gebouw in de vorm van een tent. Een historisch gebouw dat model staat voor de oorsprong van de gemeente Hellendoorn, vormgegeven in een materiaal dat is vervaardigd door een bedrijf dat symbool staat voor de ontwikkelingen die hebben geleid tot de huidige status van de gemeente. Maar welk historisch gebouw zou dat moeten zijn? Waar is de gemeente Hellendoorn begonnen, is er een gebouw dat ten grondslag lag aan de gemeente? Ik denk dat dat er is. Ik denk dat dat de oude kerk in Hellendoorn is. Deze stamt uit de tweede helft van de 12e eeuw. Aangezien de omliggende markes (marke=buurschap) ook in Hellendoorn ter kerke gingen kreeg Hellendoorn de status van belangrijkste marke binnen het kerspel, dat vervolgens ook de naam Hellendoorn droeg. En zo draagt de gemeente heden ten dage nog steeds de naam Hellendoorn.
Dus: de oude kerk van Hellendoorn uitgevoerd in materiaal van Ten Cate. Het verleden en het heden met elkaar verbonden in een tent. Compleet met tentstokken, ritsdeur, boogvormige ramen. Ga daar maar aan zitten.

dinsdag 23 augustus 2011


Een grens is een streep en/of (n)iets anders

De oude grenspalen (zie foto’s bij vorige berichten) zijn prachtig. Geen idee of ze er allemaal nog staan, hoeveel het er zijn.
Hoe zou het zijn om de gemeentegrens te lopen? Dwars door de Sallandse Heuvelrug, met een bocht om Haarle, langs de Hellendoornse Berg, boven Hancate en Egede langs, via de Regge, de Hammerwetering en de Lindebeek naar Daarlerveen, weer naar beneden, Veense Leiding, Piksen, langs het Notterveen en de rand van Nijverdal terug naar de Sallandse Heuvelrug die ik ergens beschreven zag als een “bergketen”. Ik weet dat alles relatief is en in vergelijking met een groot deel van ons natte landje de Koningsbelt met zijn ruim 75 meter een berg mag lijken, sommige dingen gaan toch echt te ver. Al zou ik graag zeggen dat ik ben geboren aan de voet van een bergketen.

Zou ik lopende over de gemeentegrens (ruim 60 kilometer, als ik het goed heb berekend, hier en daar dwars door huizen heen -misschien moet ik een ladder meenemen?), kijkend naar rechts en kijkend naar links, kunnen zien wat het is dat de gemeente Hellendoorn tot de gemeente Hellendoorn maakt? Optellen en aftrekken?
Onzin natuurlijk. Of toch niet?

Zijn het de grenzen die bepalen wat het begrensde representeert of is het juist het hart? Zijn het de mensen die “toevallig” binnen de grenzen wonen of juist de mensen die de grenzen hebben vastgelegd die bepalen waar het over gaat?

Als ik meer dan 60 kilometer moet lopen heb ik een tent nodig. Een tent in de vorm van een historisch gebouw. Een tent met een uilenbord. Een tent als een mini-havezathe. Een tent als de verdwenen molen van Haarle, als het Tolhuis bij de Reggebrug, als hotel Moddejonge, als het huis Ter Molen of de kerk van Daarlerveen. Deze kerk is overigens in dit rijtje het enige gebouw dat niet echt verdwenen is maar wegens overcompleetheid afgebroken en elders opnieuw opgebouwd. Een waarachtige herrijzenis.

maandag 22 augustus 2011

Drie tegen twee


Hellendoorn. Wat is er anders dan anders? Anders dan elders?

Ik doorkruis de gemeente, van de Eekte net buiten Haarle tot de buitengrens van Daarlerveen. Ik weet niet waar ik naar zoek, ik zie wat ik al gelezen heb op het internet, in de boeken en folders over de gemeente, opgediept uit mijn eigen geheugen. Uilenborden, het standbeeld van de dichter Johanna van Buren, vlierbomen (“Hellendoorn” zou afgeleid zijn van een oud Anglo-Saksisch woord voor vlierboom), industriële panden in Nijverdal, de Regge als een glinsterend lint door het landschap.

Er is veel dat ik niet weet over de Gemeente Hellendoorn. Sterker nog: er is veel meer dat ik niet weet over de Gemeente Hellendoorn dan dat ik wel weet over de Gemeente Hellendoorn. Wat ik wist: Haarle, Nijverdal, Hellendoorn. Wat ik niet wist: Daarle en Daarlerveen. Drie tegen twee dorpen, geen slechte score. Maar als je bedenkt dat ik er geboren en getogen ben en dat er ook nog een hele ris buurtschappen toe behoort waarvan ik van sommige nog nooit eerder heb gehoord - Egede, Kathuizen en Kruimers bijvoorbeeld - voel ik me toch enigszins onwetend. Er zijn ook nog Eekte, Elerberg, Hancate, Helhuizen, Hexel, Hulzen, Ligtenberg, Marle, Overwater, Piksen, Raams (allemaal niet-erkende plaatsen) en Elen, Noetsele, Rhaan, Schuilenburg.

Het is belangrijk om los te komen van de herkenning. Een “o ja-gevoel” in mijn werk na te streven dat een andere is dan het “o ja-gevoel” waarmee ik hier rondkijk.

Het Bezoekerscentrum van Staatsbosbeheer is gesloten op maandag. In het bos poseert een boswachter (tegenwoordig “gastheer” genoemd) voor een enthousiaste fotograaf. De heide is waanzinnig mooi. Ik denk aan de korhoen die ik nog nooit zag.

woensdag 3 augustus 2011

Keerpunt


De laatste jaren hoeft het niet meer op de envelop als ik post naar Haarle stuur. Vroeger wel. Tussen haakjes. Gemeente Hellendoorn. Het staat in mijn paspoort en af en toe wordt het op andere officiële documenten vermeld. Afgelopen vrijdag was ik er nog. Ik at in hotel de Haarlerberg en bewonderde een kersverse nieuwe inwoner van de Gemeente Hellendoorn. Mischa Marissink, zoon van mijn zusje. 1 dag oud. Mijn nieuwe neefje, zoals bijna alle leden van mijn familie geboren in Haarle.

Ik kom er niet meer zo vaak en als ik er ben speur ik naar wat nieuw is of naar wat nooit lijkt te veranderen. Het uitzicht vanuit Hotel de Haarlerberg bijvoorbeeld. Wat mij betreft het mooiste stukje van het dorp. Een weide met schapen in het hart van wat niet direct het mooiste dorp van Nederland genoemd kan worden. Vroeger liep ik er langs naar de kleuterschool. Aan het pad woonde een man met een Deense Dog met één oog.

Wat herinner ik me nog? Veel, te veel om op te noemen. Met mijn vader naar de markt in Nijverdal. Malaga ijs bij Hollander. De tandarts in Hellendoorn. Ploegendienst in de Caraco fabriek. Zwerftochten op de fiets of te voet door het bos. De Sallandse heuvelrug was mijn achtertuin, elk hoekje was nog toegankelijk. Spotvogels en pijlstaartrupsen. De SRV man die altijd koffie dronk bij mijn oma. En alle andere mensen die koffie dronken bij mijn oma. De vuilnismannen en de beheerder van het dorpshuis, de groenteman en verdwaalde toeristen of toevallige voorbijgangers. Mijn onbegrensde familie en ook ik, met veel melk en veel suiker. Buisman. Bestaat dat nog? Een lepeltje bij de koffie. Dan was het pas lekker. Kruutmoes en balkenbrij, ossenstaartsoep met een ossenstaart er in. Woensdag gehaktdag. De KMG en de KPJ en de talloze andere verenigingen. Houtdorp. Het dorpsblaadje (officieel “het Dorpskrantje”) dat er tegenwoordig nog exact zo uitziet als toen. Zondagochtenden bij mijn andere oma. Eerst koffie en dan bier op tafel. Opa stilletjes in een hoekje. De tafel uitgeschoven zodat iedereen er om heen paste. Met een palmpaasstok door de straten, kijken naar het familieteam bij volleybaltoernooien, de nonnetjes op de kleuterschool, de dorpshomo, “brommers kiekn” ....

Sindsdien woonde ik in Utrecht, Amsterdam en Spijk (bij Gorinchem). De tafel van mijn oma is sinds een jaar of 2 in mijn bezit. Het tafelblad laat los en de poten zijn met purschuim vastgelijmd. Als ik er aan zit hoor ik de geluiden van vroeger. Ik heb overwogen om hem weg te gooien maar zo’n tafel vind ik van m’n levensdagen niet meer. Sinds twee weken staat hij in Weimar, voormalig Oost-Duitsland, waar ik vanaf 1 september woon. Mijn dagen in Nederland zijn zogezegd geteld. Tijd voor een ander leven in een ander land. Een keerpunt. En op dat keerpunt opeens het verzoek om terug te keren naar waar ik begon.

“Maak een werk voor het Huis voor Cultuur en Bestuur in Nijverdal dat inspeelt op de cultuurhistorie van de Gemeente Hellendoorn”. Zo luidde de opdracht.
“Makkelijk”, dacht ik even. "Ik ken het daar immers". Maar zo makkelijk is het niet. Want ik ben er niet voor niets vertrokken.

Hoe te beginnen? Zo maar.

maandag 1 augustus 2011

The Church-Tent/The Tent-Church

Wandering through the district of Hellendoorn I was wondering if there is a building that symbolises the district. A building with a history. A building that might not exist anymore. A castle maybe or a manor, from the time when the written sources start talking about a district called Hellendoorn.

I already knew what building dominated the last century. It is located in Nijverdal and it is one of the reasons why Nijverdal became the administrative centre of the district. Nijverdal, in origin a textile-village, came into being when the Dutch Trade Organisation chose this location for the transit of the so called “callicots”, cotton fabrics. The founder of the warehouse, located at the crossing between the river Regge and the new road to the city of Almelo, founded a weaving mill as well. Later on, these building were destroyed and rebuild by the Royal Steam Weavery. These days the famous and worldwide operating company Ten Cate is located in the old factory buildings. They are still into textiles but in a completely different way. Ten Cate develops innovative products using textile technologies. They develop materials for space travel, fireproof materials, artificial fiels for stadiums and outdoor fabrics. These days they are located all around the world. The factory in Nijverdal specialises in outdoor fabrics. Material for tents.

Back to the origin of Hellendoorn. Which wasn’t too difficult to find since the building is still standing. It is the old church of the village of Hellendoorn. Apparently this church was constructed in the second half of the 12th century. It was the only church in the area and therefore visited by people from neighbouring settlements. The village of Hellendoorn became the most important village and gave its name to the whole area: the district of Hellendoorn.

These days the church looks very different from the original building, although the biggest part of the original church still forms the centre of the present building. With the help of the local historical society, the “Historische Kring Hellendoorn/Nijverdal” I managed to get a pretty clear picture of what the first church looked like. I decided to reconstruct this church, the building that formed the origin of the district of Hellendoorn, in material that was produced by the Ten Cate factories, the company which carries the district of Hellendoorn into the future.

I will sew a Church-Tent or Tent-Church. Ten Cate will provide me with the material to make it and the Church-Tent will carry an official Ten Cate label. The Church-Tent itself isn’t the final goal. It is a container. It contains the history, the present and the future of the district of Hellendoorn. It is build in communication with Ten Cate, with the sexton of the church and the Historical Society Hellendoorn/Nijverdal. Since churches used to be build with the help of the community, the Church/Tent will be transported by foot from location to location (once every six months) by the local communities. They will carry it on a wagon and transport it to the next village where the Tent/Church will be welcomed end erected by volunteers from the “new” village. Video documentation of the Tent/Church travelling from village to village will be presented in the Church/Tent.

Practical detail: since the installation has to fit on a 2 x 3 meter platform, it won’t be a very big Tent/Church. First sketches can be found here and here.

In 2012 I will explore the border of the district of Hellendoorn with the Church/Tent. In 6 to 10 days I will travel as exact as possible along the invisible line which forms the border. Every night I will build up the Church/Tent and sleep in it. During the exploration, I will document the things and people I encounter. A first three-day scouting expedition (with a “normal” tent) was executed in September 2011. Video images of this expedition will follow soon here.

The Black Grouse

The eyebrows of the Black Grouse (“Korhoen” in Dutch). That’s what I dream about at night. I saw them in the Visiters Centre of the National Park “Sallandse Heuvelrug”. They’re even more beautiful and impressive in real, especially during the mating season when they swell up. Imagine having such eyebrows. I wouldn’t mind. Now and then.

Last year only four male black grouse were seen. The females are brown and almost invisible, therefore harder to find. Every year the male birds are counted. The National Park Sallandse Heuvelrug, situated in the district of Hellendoorn, is the only remaining natural area in Holland where they are to be found. They are almost extinct.

The black grouse needs a lot of space and there isn’t a lot of space left in Holland. The National Park Sallandse Heuvelrug is one of the most beautiful places in Holland. If it goes well with the black grouse, it goes well with the National Park. A lot of people don’t understand this. They think it is ridiculous to spend money on trying to save/preserve these birds. They talk about “those stupid black chicken”. It wouldn’t surprise me if those are the same people who think it is ridiculous to invest in art.

Although I was born at the edge of the National Park and spend half of my youth wandering around in what felt like my own huge backyard, I've never seen a black grouse. To me, it is sort of a mythical animal. It represents the place in Holland I love most, but it kept itself hidden all that time. I'm not sure if I should try to meet the bird. But I'll spend some time there in spring and I hope he'll try to meet me.

For now I’m thinking about dressing myself in the colours of the black grouse for a period of one year. Identify myself with an animal for whom there isn’t enough space in Holland. But first I have to get myself a pair of red eyebrows.

(And if I like my eyebrows I will produce them for other black grouse-lovers, they can be sold at the exhibition and the money can be used to support the people who fight for the survival of the black grouse in Holland)

Moving and Landing

Usually I write in English because it is the best way to communicate to as many people as possible. This time I made an exception because this project is about a region in Holland where a lot of people wouldn't understand English.

In the beginning of August, only a month before I was going to move to Germany, I was asked to partake in the project Moving and Landing in and about the district of "Hellendoorn" in the eastern part of Holland. The timing was extraordinary. Although I've lived in a lot of different countries for longer or shorter periods of time, this was the first time I was about to move with the intention of starting a new life in a different country. Until now, whenever I spend time in a different country, I always planned to return. The move to Germany was intended as a move away from Holland.

I never really liked Holland. I never disliked it either. Although I was born there, it never particularly felt like home. This doesn't mean I never felt at home there. It does whenever I stay there but whenever I spend some time somewhere else, this new place starts to feel like home. Home can be wherever I am, as long as I feel comfortable to a certain extend.

Still I am rooted in Holland, because I was born there, because I lived in a small town for 18 years of my life, because I've got a very big family and they all live in or around the small town I was born in, because these first 18 years formed me and because no matter how hard I try to keep a distance, there's always something pulling me back to where I started my life. To this small town called "Haarle" in the district of "Hellendoorn".

Exactly. As I was about to leave Holland, I was asked to do a project in the area where I was born. A project about the area where I was born. A two-year long project. Which is the same amount of time I was going to dedicate to my new studies in the city of Weimar in Germany. I couldn't resist. I said yes. And after my first excitement about this combination of circumstances, I started feeling uncomfortable. Which is a good startingpoint. (More about that later)

The "district" - we call it "gemeente", the word "gemeen" means "in common" - of Hellendoorn consists of 5 official villages and a number of "buurtschappen" - the word "buurt" means "area" -, a group of houses belonging to a specific area with its own name but without the official status of a village. One of the 5 villages is Haarle, where I grew up. It has about 2.200 inhabitants. My four grandparents lived there, raised 20 children of which most of them remained in Haarle or moved to one of the neighbouring villages. I'm not sure how many cousins I've got these days but most of them still live there. With their spouses and children.

The project Moving and Landing is a collaboration between the provincial organisation "Art & Culture Overijssel" and the council of Hellendoorn. It aims at presenting installations in an easily approachable setting: giving people who aren't familiar with art and/or art installations the opportunity to encounter these works of art in a familiar surrounding. The commissioned artist are asked to make an installation inspired by the history and culture of the district of Hellendoorn. They have to collaborate with local organisations or individuals. The installations will travel around and will be presented in libraries, community centres and other public spaces in all villages in the district of Hellendoorn. The project will start in November 2011. At the end of the project, fall/winter 2013, all installations will find their final destination in the city hall in Nijverdal, the administrative centre of the district.

At the moment I'm following two lines of research:
1. The first is about borders and origin, about connecting the past and the future. You can find more info in English here.
2. The second is about a bird I sympathise and maybe even personify with. More info in English can be found here.